Onderzoek Alternatieve Financiering voor VTH-taken
In de afgelopen jaren is het takenpakket voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) binnen Nederlandse gemeenten aanzienlijk uitgebreid. Waar VTH-taken voorheen voornamelijk werden gefinancierd via leges voor omgevingsvergunningen, blijkt dit systeem steeds minder houdbaar. Met name bij VTH-taken binnen de bouwsector dreigen de fluctuaties in inkomsten de continuïteit van de uitvoering in gevaar te brengen. Het verkennend onderzoek dat voor de VNG en Vereniging Bouw- en Woningtoezicht is uitgevoerd door VPRC en Senze richt zich op de vraag hoe gemeenten hun VTH-taken, vooral op het gebied van BRIKS-vergunningverlening, na de invoering van de Omgevingswet en Wkb kunnen blijven bekostigen. Het doel is om alternatieve financieringsmethoden te vinden die politiek en bestuurlijk haalbaar zijn, zodat gemeenten hun huidige dienstverlening kunnen handhaven.
Druk op het VTH-stelsel
De aanleiding voor dit onderzoek ligt in de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) en de Omgevingswet (OW) per 1 januari 2024. Deze wetten hebben belangrijke veranderingen teweeggebracht, waarbij er een trend zichtbaar is naar meer vergunningvrije activiteiten. Gemeenten krijgen daarentegen extra taken toegewezen, zoals de bouwmelding onder de Wkb, zonder dat hiervoor structurele financiële middelen beschikbaar worden gesteld.
Nick Kramer, een van de adviseurs van Senze die aan het onderzoek heeft gewerkt, legt uit waarom deze veranderingen problematisch kunnen zijn: ‘Wat je ziet is dat gemeenten steeds meer taken krijgen die niet direct via de leges te dekken zijn. Voor de technische toets zijn de werkzaamheden binnen de leges vervallen en is er een niet te verhalen meldingsplicht voor teruggekomen. Ook leeft het idee dat er steeds meer taken komen zoals de Apk-keuringen voor grote gebouwen en het toezicht op duurzaamheid. Dit zet het stelsel onder druk.’ Hij merkt op dat zonder alternatieve financieringsmethoden de continuïteit van de VTH-taken kan worden aangetast. ‘De financiering moet gewaarborgd blijven, ook in de toekomst,’ aldus Nick.
De belangrijkste bevindingen
Het onderzoek van Senze en VPRC was kwalitatief van aard en richtte zich op zeven mogelijke oplossingsrichtingen. Onder de opties bevonden zich een omgevingsbijdrage via de onroerendezaakbelasting (OZB), het verbreden van legesplichtige activiteiten en een standaardtarief voor vergunningen. Senze en VPRC toetsten de oplossingen via sessies met klankbordgroepen met verschillende gemeenten. Nick legt verder uit: ‘Vervolgens hebben we de voor- en nadelen van de oplossingsrichtingen verder uitgewerkt en bij een bredere groep gemeenten voorgelegd, om zo een breder beeld te krijgen en groepsdenken te vermijden.’
De onderzoekers concluderen dat een combinatie van drie financieringsmodellen de meeste potentie biedt:
- Een standaardtarief voor vergunningen, meldingen en informatieplichten, waarbij gemeenten ruimte krijgen om meer werkzaamheden te kunnen doorbelasten. Daarbij is er door de standaardisatie ook minder administratieve inzet nodig om de uiteindelijke tarieven te bepalen.
- Een extra tarief voor achteraf ingediende aanvragen, waarmee gemeenten niet alleen misbruik ontmoedigen, maar ook de extra inzet voor legalisatie kunnen bekostigen.
- Een omgevingsbijdrage via de OZB, waarmee een deel van de OZB-opbrengsten wordt ingezet voor toezicht en handhaving, gericht op het waarborgen van een veilige en gezonde gebouwde omgeving.
‘Wat belangrijk is,’ zegt Nick, ‘is dat we niet zomaar één model willen invoeren. Juist de combinatie van maatregelen maakt het mogelijk om verschillende kostenposten en taken af te dekken.’ Hij legt uit: ‘Met de omgevingsbijdrage via de OZB bijvoorbeeld, betrekken we niet alleen nieuwbouwprojecten bij de financiering, maar ook bestaande gebouwen die vaak meer handhaving vragen.’
Onverwachte inzichten
Tijdens het onderzoek stuitten de onderzoekers op enkele onverwachte uitdagingen. Nick benadrukt dat de wettelijke grenzen bij veel oplossingsrichtingen in de weg staan: ‘Voor een groot deel van de oplossingen is een wetswijziging noodzakelijk. Dit maakt de oplossing meteen complexer.’ Ook bleek dat een uurtariefmodel, waarvan de onderzoekers aanvankelijk hoge verwachtingen hadden, weinig draagvlak had onder gemeenten. ‘Het was een eye-opener dat deze optie niet populair bleek bij de deelnemers,’ aldus Nick.
Het onderzoek biedt ook belangrijke handvatten voor vervolgonderzoek en beleidsdiscussies. Zo adviseert Senze om de financiële effecten van de voorgestelde oplossingen verder door te rekenen en een strategische discussie te voeren over de benodigde middelen voor VTH-taken. Nick: ‘De vervolgstap is om niet alleen kwalitatief, maar ook kwantitatief te kijken wat de effecten zijn, zodat we tot een volledige businesscase komen.’
Aanbevelingen voor een duurzame financieringsstructuur
Op basis van de bevindingen deed Senze verschillende aanbevelingen aan de VNG en VBTWN:
- Breder testen van bevindingen: Voer een consultatieronde waarin niet alleen gemeenten, maar ook onafhankelijke instituten zoals TNO Bouw en het Instituut voor Bouwrecht (IBR) betrokken zijn.
- Financiële effecten kwantificeren: Bepaal in een vervolgonderzoek de financiële gevolgen van de voorgestelde wijzigingen. De huidige oplossingsrichtingen zijn gebaseerd op kwalitatieve inschattingen; een kwantitatieve analyse is nodig om een sluitende business case te creëren en de verhouding van opbrengsten uit algemene middelen versus vergunningen, meldingen en informatieplichten te evalueren.
- Vervolgonderzoek naar VTH-taken: Beantwoord de vraag hoe het bevoegd gezag VTH-taken kan blijven uitvoeren met behoud van het huidige dienstverleningsniveau. Dit verkennend onderzoek biedt een bruikbare richting voor verder onderzoek.
- Strategische discussie: Kies een pakket van oplossingsrichtingen en voer een strategische discussie over de benodigde middelen om de taken adequaat uit te voeren, vooral bij de mogelijke afschaffing van het legesstelsel.
- Inzicht in groeiend takenpakket: Verkrijg inzicht in de middelen die nodig zijn voor nieuwe taken zoals APK voor grote gebouwen, inspecties van MUWI-vloeren in scholen en extra toezichtstaken binnen energie en duurzaamheid. Dit inzicht helpt bij het bepalen of de voorgestelde alternatieve financieringsmethoden toereikend zijn.
De tweede aanbeveling betreft het monitoren van de financiële en capaciteitsbehoefte van gemeenten, zeker met het oog op nieuwe taken zoals de APK voor grote gebouwen en toezicht op duurzaamheid. Senze is een geschikte partij om deze monitoringsfunctie op zich te nemen. ‘Monitoren is essentieel in deze onzekere tijd,’ benadrukt Nick. ‘We weten nog niet precies wat de wetsontwikkelingen in de praktijk zullen betekenen, maar het is belangrijk dat we op basis van heldere kerngetallen kunnen sturen.’
Financiële expertise voor gemeenten
Senze biedt zelf een uitgebreid pakket aan financiële diensten om gemeenten te ondersteunen bij het beheren van hun kostenstructuur en het opzetten van duurzame financiële strategieën. Zoals Nick uitlegt: ‘We houden ons bezig met verschillende gradaties van dienstverlening, afgestemd op de specifieke behoeften van gemeenten.’ Een belangrijk onderdeel hiervan zijn de legestrajecten, waarbij Senze een analyse maakt van alle aangevraagde gemeentelijke activiteiten en de daarbij behorende kostenstructuren. ‘Bij legestrajecten kijken we echt heel gedetailleerd,’ vertelt Nick, ‘welke kosten worden aan bepaalde vergunningactiviteiten toegerekend en wat een schappelijk, eerlijk tarief zou zijn.’ Deze trajecten bieden gemeenten diepgaand inzicht in de financiële haalbaarheid van hun leges.
Naast de legestrajecten voert Senze ook capaciteitsberekeningen en impactstudies uit. Hierin wordt geanalyseerd wat wetswijzigingen, zoals de Omgevingswet, structureel voor een gemeente betekenen.
Verder biedt Senze ondersteuning met capaciteitsberekeningen specifiek voor VTH-taken. ‘We kijken per activiteit welke inzet nodig is, zodat gemeenten een goed beeld krijgen van de personele en financiële capaciteit die vereist is,’ legt Nick uit. Door de verschillende financiële diensten kan Senze gemeenten helpen bij het verkennen van hun financieringsopties en het maken van duurzame keuzes. Het onderzoek van Senze en VPRC biedt een bruikbare basis voor gemeenten om de financiële druk op hun VTH-taken aan te pakken.
Benieuwd naar het hele onderzoek? Lees het hier: Onderzoeksrapport Alternatieve Financiering VTH Taken