Navigeren door verandering: Het VTH-Beleid onder de Omgevingswet

Geschreven door: Lineke Prinsen, Jr. Medewerker Marketing & Communicatie bij Senze

Het opstellen van VTH-beleid onder de Omgevingswet brengt nieuwe uitdagingen met zich mee, zoals de focus op kwalitatieve doelen en de impact van de Wkb. Luuk Voncken, adviseur bij Senze, verkent deze uitdagingen aan de hand van praktijkvoorbeelden en inzichten. Evenals vertelt hij hoe we het VTH-beleid kunnen vormgeven als een krachtig instrument voor positieve verandering binnen gemeenten.

Luuk Voncken is sinds 2022 werkzaam bij Senze. ‘Door mijn werk als adviseur bij Senze heb ik ervaring opgedaan op verschillende gebieden binnen het omgevingsrecht, zoals het voortraject en de implementatie van de Omgevingswet bij de omgevingsdienst Haaglanden. Hierdoor heb ik een brede kijk op het VTH-veld gekregen. Mijn rol als adviseur is daarom ook gegroeid van het ondersteunen tijdens sessies, naar het schrijven van advies en het leiden van sessies.’

Nieuwe uitdagingen

Het opstellen van VTH-beleid onder de Omgevingswet brengt nieuwe uitdagingen met zich mee. Het formele proces heeft nu een veel hardere termijn, waardoor je werkzaamheden naar voren moet halen via het voortraject. ‘In het voortraject moet er veel meer in gesprek worden gegaan met de initiatiefnemer en dat zorgt voor een hele andere werkwijze, die een vergunningenteam nog niet altijd gewend is’, aldus Luuk.

Met de komst van de Omgevingswet valt ook op dat de beleidscyclus een prominentere rol heeft gekregen. Hierbij gaat het niet meer om het tellen van vergunningen. ‘Nu richt men zich meer op het stellen en behalen van concrete doelen. Deze doelen worden geïntegreerd in zowel het jaarlijkse beleid als de algehele beleidscyclus. Er wordt nu vooral gekeken naar kwalitatieve resultaten in plaats van alleen maar naar aantallen.’

Daarnaast brengt de geleidelijke invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) ook de nodige complexiteit met zich mee. Dit heeft namelijk grote gevolgen voor het werk van Bouwtoezicht. ‘Sommige medewerkers in deze sector vinden het lastig om los te laten en af te stappen van de traditionele focus op technische controles. ‘Toezichthouders willen graag grip houden en betrokken blijven. Maar de realiteit is dat ze hier niet meer van zijn, en dat ze los moeten laten’, vertelt Luuk.

Overgangsfase van de Wabo naar de Omgevingswet

‘Ik merk tijdens onze projecten duidelijk dat we in een overgangsfase van de Wabo naar de Omgevingswet zitten. Gemeenten vinden dit lastig: hoewel de exacte impact en verandering nog onduidelijk is, moeten ze toch beleid opstellen voor de komende vier jaar. Het is alsof ze in een glazen bol moeten kijken.’ Luuk vertelt dat hij met zijn projectgroep altijd probeert om deze onzekerheden te adresseren tijdens de gesprekken binnen gemeenten. Daarom worden er vaak ook doelstellingen geformuleerd specifiek gericht op de implementatie van de Omgevingswet in de komende vier jaar. ‘We raadden aan om deze periode te benutten om vertrouwd te raken met de nieuwe wetgeving. Na deze transitieperiode kunnen gemeenten volwaardig aan de slag onder de Omgevingswet. Door jaarlijks te rapporteren en te reflecteren op de stappen die ze hebben genomen om optimaal te werken binnen het kader van de Omgevingswet, brengen ze in kaart hoe ze groeien en waar knelpunten liggen.’

Complexe onderdelen van het VTH-beleid

Het VTH-beleid opstellen gaat vaak niet zonder obstakels. Een onderdeel van het VTH-beleid dat vaak als complex wordt ervaren, is prioritering. Bij prioritering maak je keuzes in welke taken voorrang krijgen. Deze keuzes worden beïnvloed door zowel politieke als praktische overwegingen. Luuk noemt als voorbeeld het verschil in belangen tussen wethouders en ambtenaren: ‘Een wethouder is verantwoordelijk voor de politieke prioriteiten, maar de ambtenaar op de werkvloer kijkt eerder naar de beschikbare middelen en de praktische uitvoerbaarheid. Dat zorgt ervoor dat beide partijen op een andere manier prioriteren. Tijdens onze sessies stemmen we de prioriteiten duidelijk af. Zo scheppen we vooraf duidelijkheid, zodat er geen onenigheid ontstaat over de te volgen koers.’

Verschillende belangen

Het voorbeeld van de verhoudingen tussen wethouder en ambtenaren laat duidelijk zien dat er binnen gemeenten verschillende belangen spelen. Luuk merkt daarnaast vaak tegenstellingen in de interactie tussen beleidsvorming en uitvoering. ‘In veel gemeenten wordt beleid opgesteld, maar ontbreekt het soms aan een effectieve borging tijdens de uitvoering. Daarom voeren we hierover gesprekken en betrekken we de uitvoerders. Op deze manier krijgen we inzicht in wat wel en niet haalbaar is.’ Luuk vertelt dat in de cyclus van beleidsvorming, uitvoering en evaluatie, de evaluatie een cruciale schakel is die vaak nog niet optimaal functioneert. ‘Dit is echter ook een kans voor positieve verandering in gemeenten, omdat het streven naar uitvoerbaar beleid de focus legt op praktisch beleid en praktische oplossingen.’

De toekomst van VTH

De komende jaren zal de implementatie van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb), de grootste uitdaging zijn, aldus Luuk. ‘Dit vergt aanpassingen in beleid en houding, waar aandacht is voor de impact op werkzaamheden, de rol van de gemeente en hoe zij zich opstelt ten opzichte van initiatiefnemers en kwaliteitsborgers. Het VTH-beleid moet hierbij gezien worden als een langetermijnstrategie die constante evaluatie en aanpassing vereist, maar ook duidelijke richting biedt voor gemeenten.’ Luuk sluit af met deze boodschap: ‘Een toepasbaar beleid met realistische doelstellingen zorgt voor een mooi startpunt om je VTH-afdeling door te ontwikkelen en dat biedt enorme meerwaarde voor gemeenten.’