Invoeringswet Omgevingswet naar de Tweede Kamer

[promotext]Op 19 mei heeft de minister Schultz Verhagen de Tweede Kamer geïnformeerd over de voorgestelde invulling van de zogenoemde Invoeringswet Omgevingswet. Hieronder schetsen wij de high-lights uit deze brief.[/promotext]
Omgevingsplanactiviteit
In eerste instantie was het de bedoeling om de binnenplanse afwijking als zelfstandige vergunningplichtige activiteit te laten vervallen. Dit gaat niet door. Met het wetsvoorstel Invoeringswet wordt alsnog een ‘binnenplanse vergunning’ geïntroduceerd. Kortom, de oude vertrouwde  combinatie van een binnenplans en buitenplans vergunningenstelsel blijft gehandhaafd.
Nieuwe opzet vergunningplicht voor bouwactiviteiten
De Omgevingswet leidt tot een nieuwe opzet van het vergunningenstelsel. De technische vergunningplicht wordt beperkt tot bouwwerken met een zwaarder risicoprofiel. Daarnaast geldt dat de toets aan het omgevingsplan primair aan gemeenten wordt overgelaten om te bepalen of een vergunning het meest geëigende instrument is.
Het vergunningenstelsel voor bouwactiviteiten biedt ook meer flexibiliteit: de initiatiefnemer kan zelf bepalen wanneer hij een omgevingsvergunning aanvraagt voor de beoordeling van een bouwactiviteit aan het omgevingsplan en wanneer voor een beoordeling van een bouwactiviteit aan de regels voor de technische bouwkwaliteit. Dat kan gelijktijdig maar dat hoeft niet.
Bestraffende sancties bij overtredingen
In het wetsvoorstel Omgevingswet was geen regeling voor punitieve handhaving opgenomen. Nu de noodzakelijke onderzoeken zijn afgerond wordt ook dit handhavend instrument in de Omgevingswet geïmplementeerd.
In grote lijnen wordt de huidige regelgeving voortgezet. Dit betekent dat de brede strafbaarstelling via de Wet economische delicten voor elk domein wordt gehandhaafd en dat de huidige bestuurlijke strafbeschikking in de domeinen milieu, water en natuur en de bestuurlijke boete in het domein bouwen worden voortgezet. De inzet van de bestuurlijke boete wordt op het terrein van Erfgoedbescherming en milieuhandhaving bij risicovolle bedrijven mogelijke verder uitgebreid.
Planschade en nadeelcompensatie
Met de Invoeringswet moet een nieuwe schaderegeling in de Omgevingswet worden opgenomen. Hiervoor is het vijftiende hoofdstuk van de Omgevingswet gereserveerd. De nieuwe schaderegeling wijzigt de bestaande regelingen voor planschade en nadeelcompensatie.
Belangrijk uitgangspunt van de nieuwe  schaderegeling is het stimuleren van organische gebiedsontwikkeling en uitnodigingsplanologie. Nu is bij initiatief en planvorming het risico op planschadeclaims vaak te groot. Daarom is het de bedoeling om  met de nieuwe schaderegeling het aantal situaties waarbij sprake is van het recht op een planschadevergoeding te beperken. Ook kan met de nieuwe schaderegeling pas om een vergoeding worden verzocht op het moment dat een ontwikkeling daadwerkelijk wordt uitgevoerd.
Wordt vervolgd…
Hierboven hebben we  enkele contouren geschetst die ter consultatie aan de Tweede Kamer zijn aangeboden. De Omgevingswet staat wat dat betreft nog volop in de steigers. De  inhoud van de complete  Omgevingswet staat dus nog niet vast. Er is echter wel duidelijk een koers zichtbaar.
Senze blijft voor u de ontwikkelingen op de voet volgen. Zo kunnen wij u ook ondersteunen bij de voorbereiding op de komst van de Omgevingswet!
Wilfred Borneman